De Deense componist, pianist en producer Asger Baden heeft naam gemaakt als componist van films en tv-series met zijn atmosferische muziek in wereldberoemde producties als 'Breaking Bad' en 'The Wolfpack'. Na te hebben gewerkt aan verschillende samenwerkingsprojecten en te hebben gecomponeerd met zijn bands 'The Crooked Spoke' en 'Cours Lapin', brengt Baden nu zijn album met solomateriaal uit, 'If the music stops, they'll eat him up' via het Berlijnse label Neue Meister.
'If the music stops, they'll eat him up' roept via de negen tracks een gevoel op van mysterieuze en zeer visuele vertelling. Zoals te verwachten van een componist die veel met cinema heeft gewerkt, ontvouwt de muziek zich als een film en roept beelden op die rijk en getextureerd zijn. Het is alsof Baden een grote muzikale kamer schildert waarin de luisteraar wordt uitgenodigd om elk hoekje en gaatje te verkennen, van zachte percussieve voetstappen op de achtergrond, tot het fluisterend gerommel van synthesizers vlak ervoor of de frêle conversatie van strijkers aan de zijkant. Er is een overweldigend gevoel van openheid en sfeer in elk geluid, met een kerkelijke echo die de ruimte om hen heen afbakent. 'Ik wil mezelf in een positie plaatsen waarin mijn oren wijd open staan voor de eigenaardigheden, toevallige incidenten en gelukkige ongelukjes, in plaats van volledig gefocust te zijn op de compositie in conventionele zin,' zegt Baden, 'voor mij opent dit de deur naar een veel groter canvas, bij wijze van spreken.
Baden's composities hebben een opzettelijke vaagheid die doet denken aan films met een open einde. crooked Spoke', een reis die zich niet-lineair ontvouwt door de klarinet, piano en strijkers vangt dit raadselachtige gevoel, elk instrument vertelt een deel van hetzelfde verhaal, een beetje ontleend aan de jazz het idee van een voortdurende, maar niet afdoende dialoog. 'Ik neem urenlang geïmproviseerd materiaal op met mezelf en andere muzikanten, om vervolgens stukjes en beetjes te oogsten uit deze enorme velden van geluid,' legt Baden uit over zijn creatieve proces dat berust op een nauwgezette post-productie. Ondanks de onmiskenbare aandacht voor detail in het stuk - de duidelijke galm van elke noot en het voelbare geknetter van de klarinet - wordt het volledige plaatje van de muziek nooit echt onthuld, de algehele intentie blijft gehuld in mysterie en allure.
Het feit dat gedurfde experimenten en eenvoudige motieven elkaar op dit album aanvullen, getuigt van Baden's vertrouwdheid met geluid en van zijn bereidheid om het zo ver mogelijk open en rekbaar te maken. Baden studeerde piano en keyboards aan het Rhythmic Conservatory in Kopenhagen en in zijn composities heeft hij altijd de natuurlijke kwaliteiten van traditionele instrumenten omarmd, maar ook hun fysieke grenzen verlegd.
'Door op de pianosnaar te slaan kan je oor tot op zekere hoogte ontcijferen dat het een piano is, maar het heeft de stemming van een dulcimer of een oude klok. Door de pianosnaren te strijken met visdraad krijg je een heel onheilspellend geluid. De neergehaalde klarinet klinkt meer als een geest die saxofoon speelt in een zwart-wit film,' legt de componist uit, 'Ik vind het echt inspirerend als muziek niet te makkelijk te definiëren of vast te pinnen is. Het houdt mij, en hopelijk de luisteraar, nieuwsgierig.'
De track, 'Nobrac Naked' vangt het raadsel van de luisterervaring. Terwijl het eerste deel van het stuk - met uitsluitend strijkorkest en klarinet en opgenomen in de majestueuze concertzaal Rudolfinum in Praag - de wereld van klassieke balletten en opera's kanaliseert, maakt de puurheid van het geluid subtiel plaats voor een surrealistische gesamplede sfeer. Net zoals ballet of theater rigoureuze technieken kunnen gebruiken om fantastische fantasiewerelden te openen, zoekt de track zachtjes naar de dunne lijn tussen traditionele en avant-gardistische benaderingen van muziek maken.
Er is zeker veel ruimte voor fantasie binnen 'If the music stops, they'll eat him up', en veel wordt overgelaten aan de verbeelding van de luisteraar. De titel van het album roept op zichzelf al een angstaanjagende vraag op - 'wie eet wie op?'. De begeleidende cover art beeldtaal, door de Deense illustrator John Kenn Mortensen, met afbeeldingen van wezens die - afhankelijk van de toeschouwer - kunnen worden gezien als vriendelijk of dreigend, versterkt alleen maar het gevoel van mijmering. Dit zijn precies het soort dubbelzinnige beelden die Baden zelf schildert met de muziek; grootse weelderige salons met griezelige en donkere hoeken; kalme, gematigde lentedagen met de altijd op de loer liggende dreiging van onweer. Het titelnummer van het album plaatst looping geplukte pianostrijkers tegenover het verlangende geluid van het symfonieorkest om een tempo te creëren dat snel is en toch ook loom, en een stemming die zowel somber als hoopvol is. Over het nummer zegt Baden dat 'het contrast suggereert