Het eerste deel van 500 Years of Organ Music (95310) dompelde ons onder in de wereld van een majestueus instrument dat al duizenden jaren een geduchte aanwezigheid heeft in kerken en kathedralen. In deze nieuwe bloemlezing duiken we dieper in het enorme klanklandschap, en ontdekken we een eclectische reeks componisten en hun al even gevarieerde werken voor wat Mozart ooit omschreef als 'de koning der instrumenten'.
Veel van de oudste orgelmuziek is verloren gegaan of vernietigd. Maar tot op de dag van vandaag worden in instellingen en bibliotheken over de hele wereld oude manuscripten ontdekt die op spinnenwebben op de planken liggen weg te kwijnen, en de fragmenten van de muziek worden zorgvuldig bij elkaar gezocht, waardoor nieuwe werken aan het licht komen. Zo maken we bijvoorbeeld kennis met Gonzalo de Baena, wiens verzameling Newly devised method for learning to play, daterend uit 1540, pas in 1992 werd herontdekt. Andere hoogtepunten uit de Renaissance zijn de Italiaanse virtuozen Cristofano Malvezzi, Giovanni Maria Trabaci en Antonio Valente, wier werken een inzicht geven in de muzikale tradities van die tijd, met parallelle drieklanken en typisch sterk versierde melodieën.
De bloemlezing omvat een scala van Europese bijdragen, maar ook Spaanse oude muziek en met name de tiento. De tiento, die zijn naam ontleent aan tentar 'aanraken', is het Spaanse antwoord op de Italiaanse ricercar. De stijl wordt geïllustreerd door Francisco Correa de Arauxo's Libro de tientos y discursos de música practica, gepubliceerd in 1626, en de stukken ervan zetten de toon voor de Spaanse baroktijd.
Onder de Duitse componisten bevat de set Johann Caspar Kerll, een in zijn tijd zeer gerespecteerde componist wiens werken werden bestudeerd door Händel en J.S. Bach. Hij is vandaag zo goed als vergeten, maar krijgt hier de eer die hem toekomt met een volledige CD gewijd aan zijn canzone en toccata's. Een overzicht van het Duitse orgelrepertoire is natuurlijk niet compleet zonder de bijdrage van de familie Bach, en zeven leden van de familie, waaronder J.S. Bach, sieren deze set.
In de klassieke periode nam de orgelmuziek af, omdat componisten steeds meer gecharmeerd raakten van de instrumenten uit de pianofamilie. Dit gezegd zijnde, zijn manuscripten van 'klavier' werken dubbelzinnig over de vraag of ze bedoeld waren voor klavecimbel, fortepiano of orgel. Domenico Cimarosa was de organist van de Napolitaanse koninklijke kapel en was later in dienst van Catharina de Grote in het keizerlijk paleis in Sint-Petersburg. Petersburg. Zijn klavierwerken, door Sstendhal omschreven als 'de Molière onder de componisten', worden hier op orgel uitgevoerd, waardoor ze een rijk timbre en diepte krijgen.
In de 19e eeuw leidde de opkomst van het secularisme tot een grotere vraag naar openbare concerten. Bevrijd van haar traditionele taak in de kerk, kwam de orgelmuziek opnieuw tot bloei en toonden componisten en uitvoerders hun virtuositeit en technische vaardigheid. Meer recente bijdragen aan het orgelrepertoire putten uit de rijke geschiedenis van het instrument, maar met ruimte voor experiment. Flor Peeters werd sterk beïnvloed door het gregoriaans en de Vlaamse polyfonie, maar de complexe polytonaliteit en het contemplatieve karakter van zijn werken streven naar een nieuwe sonische dimensie.
Deze collectie is een meeslepende ervaring en viert de veelzijdigheid van het orgel als een stem voor ontelbare componisten en stijlen door de geschiedenis heen. Gespeeld op enkele van Europa's meest verfijnde en ontzagwekkende orgels door befaamde vertolkers, zal deze set door elke liefhebber met plezier worden beluisterd.
In navolging van het grote succes van het eerste deel van '500 Years of Organ Music' (Brilliant Classics 95310) is Brilliant Classics blij en trots om dit tweede deel van 50 CD's te lanceren, waarin een ongekend aantal orgelcomponisten wordt gepresenteerd, waarvan niet één werk aanwezig was in de vorige box, een overzicht van immense omvang, variëteit, kwaliteit en historisch belang.
Net als zijn voorganger is de box in chronologische volgorde, te beginnen met de Renaissance (Antegnati, Pellegrini, Bonelli, Gabrieli e.a.), verder via de Barok (Zipoli, Pachelbel, Krebs, Lübeck, Marcello e.a.), de Klassieke Periode (Lübeck, Lübeck e.a.) en de Klassieke Periode (Lübeck e.a.).o.), de Klassieke Periode (Spergher, Cimarosa, Valeri, Galuppi), de Romantische Periode (Rheinberger, Merkel, Liszt, Mendelssohn, Poncielli, Fumagalli e.a.) tot de 20e eeuw (Messiaen, Ligeti e.a.). De beste organisten van onze tijd spelen op een schat aan historische of nieuw gebouwde orgels, die allemaal perfect geschikt zijn voor de muziek die erop gespeeld wordt. Een passend en onovertroffen eerbetoon aan de 'Koning der instrumenten'!